Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dan zullen [16]de leidslieden van Juda in hun hart zeggen: [17]De inwoners van Jeruzalem [18]zullen mij een sterkte zijn [19]in den HEERE der heirscharen, hun God. 16. Dat is, alle voorstanders der kerk. 17. Dat is, de ledematen der kerk. 18. Of, zijn mij enen sterkte; of dat mij de inwoners van Jeruzalem een sterken moed hebben. 19. Dat is, dewijl de Heere met hen is, of om des Heeren wil.